Venster

Unieke lovende commentaren in de media

Jeanne van der Most-Leijerweert kreeg met haar optredens en met die met Aspasia lovende kritieken, commentaren en terugblikken. Een korte bloemlezing uit de media van die tijd:
  • Naar aanleiding van de eerste Bondskeurwedstrijden in ‘knotsoefeningen en rhytmische vrije oefeningen’ voor dames in Den Haag: ‘… zeldzaam mooie knotsoefening … overmeesterend werk … het was heerlijk dat te aanschouwen, die sublieme feillooze bewegingen, die volledige overgave, het harmonieerde alles zoschitterend, dat een geweldige ovatie haar deel was, bij het toekennen van het hoogste puntenaantal’ (Nieuwe Apeldoornse courant van 28-11-1936);
  • De uitnodiging van de ‘Sokollettes’ om in Praag een serie lessen te geven is ‘Een bewijs, dat de vrouwengymnastiek in ons land op hoog peil staat en zeer terecht noemt „Het Turnblad" deze uitnoodiging een eeresaluut aan de Nederlandsche vrouwengymnastiek’ (Nieuwsblad van Friesland van 12-3-1937);
  • Over haar demonstratie bij het 40-jarig bestaan van Aspasia in Rotterdam:
    • ‘… weet gymnastieknummers voor het voetlicht te brengen die op een ongekend hoog peil staan. Gewone trainingsoefeningen, lichaamsscholing, eigenlijk het a. b. c van bet vrouwenturnen, worden een gedicht van schoonheid en gratie en het was dan ook geen wonder dat de ruim twaalfhonderd toeschouwers, die de Rivièra-hal tot de laatste plaats vulden, opgetogen waren’ (Het Vaderland van 27-3-1944);
    • ‘…die door haar eigen visie dit zobelangrijke onderdeel van de lichamelijke opvoeding een stoot omhoog heeft gegeven. Hoe hoog het peil wel is, waarop deze begaafde leidster dat werk heeft gebracht, bleek na den vlaggegroet en het gemeenschappelijk gezongen Bondslied van het N G.V. De lichaamsscholing-, knots-, klap- rhythmische-, bal- en hoepeloefeningen vormden tezamen een bekoorlijk spel van fantasie, gratie en bevalligheid, van sierlijkheid, lenigheid en soepelheid. In volle overgave volbrachten de dames haar oefeningen, beheerscht, stijlvol en correct, met alleen een kleine, vergeeflijke hapering in het knotsnummer. Het was moderne, geheel op het vrouw-zijn afgestemde gymnastiek in haar edelste vorm, met als hoogtepunt de driedeelige rhythmische oefeningen’ (Rotterdamsch Nieuwsblad van 27-3-1944);
  • Bij gelegenheid van de Bondskeurwedstrijden van het KNGV in Amsterdam: ‘… met een subliem nummer. Prachtig van compositie, elegant van uitvoering en van begin tot eind boeiend en vol charme werd de rhythmische dans een staaltje van hoog ontwikkeld gymnastisch kunnen van de Rotterdamse dames’ (Dagblad van Leiden en omstreken van 24-4-1944);
  • Over de afscheidsvoorstelling in Dordrecht op 10-10-1947 voorafgaand aan de Tournee door België schreef G.J.W. Brand, Technisch Bondsbestuurslid van het KNGV: ‘En toen was het woord of liever de daad aan de meiskes zelf. Aspasia heeft bewezen, welk een schoonheid er in het rhythmisch bewegend en goedgetrainde lichaam schuilt. De trainingsoefeningen gaven menig staaltje van volkomen en ideale lichaamsbeheersing, evenzo de vier vrije oefeningen, die door vier ‘solisten’ werden gegeven. Het rhythmisch lopen van Mevrouw Jeanne van der Most met haar vrouwelijke partner was af. De harmonische beweging en het speelse gebaar, de schijnbare luchtigheid van het geheel konden slechts de zorgvuldige training doen vermoeden. De hoepel- en baloefeningen waren een zuiver aesthetisch aandoend bewegen en een verrukking voor het oog. Hoewel alle deelneemsters volwaardig werk leverden en op elkaar waren afgestemd, trad het individuele bijzonder op de voorgrond en merkwaardigerwijze werd het oog speciaal getrokken naar de leidster, die gracielijk en enthousiast haar schare aanvoerde’.
  • Het optreden tijdens de 25e Technische Bondsvergadering in Utrecht was ‘… een verrukking voor het oog en een meesterstuk van samenstelling …’ (Leeuwarder Courant van 6-1-1948);
  • Voor de XI ‘Sokolslet’ in 1948 in Praag had ze veel voorbereidend werk gedaan o.a. een cursus in 1947. De knotsoefening van de Skolettes was zo’n succes dat voor het eerst in de historie van de Sokolorganisatie een oefening werd herhaald. Wim Zwaaf schreef daarover: ‘Na afloop van de uitvoering had ik het voorrecht getuige te zijn van de ontmoeting tussen Mevr. P. en Mevr. v. d. ·Most. Mevr. Provaznicova omhelsde haar en gaf haar een innige kus. Enkele ogenblikken bleven zij staan, en schudden toen elkanders handen. Bij deze ontmoeting had geen van tweeën nog een woord gesproken. Na deze innige omhelzing, waarbij wij op een eerbiedige afstand bleven staan, zei ze met tranen in haar ogen: ”Dank je Jeanne, dat hebben wij aan jou te danken, dit is jou werk". Ik weet niet, hoe het U was gegaan, wanneer U net zals ik van deze ontmoeting getuige was geweest, maar ik had het opeens koud. Ook ik was, al had ik er part nog deel aan, een klein beetje trots. Was ook zij geen Hollandse en maakte ook ik geen deel uit van het Koninklijk Nederlandsch Gymnastiek Verbond?’ (Het Turnblad, 1947, p. 171).
  • Over de Keuruitvoering van het KNGV in Heemstede: ‘Toen de turnsters van het Rotterdamse Aspasia, met de witte hoepels fier omhoog geheven, haar fraaie rhythmische oefeningen hadden beëindigd, daverde het applaus langs de tribunes van het Heemsteedse Sportpark. … Een demonstratie van durf en kracht, maar ook van gratie en schoonheid. … optreden blonk uit door beheerste en geoefende uitvoering en door het voorname cachet van het geheel’ (Het Vrije Volk van 13-6-1949);
  • Naar aanleiding van de … Volmaakte eenheid van bewegingen … tijdens de knotsoefeningen op het terrein Houtrust (Den Haag) bij het 30e Bondsfeest van het KNGV: ‘… Het peil dat de 1200 turnsters deze middag bereikten, lag zeer hoog! Alle bewegingen, alle schakeringen, alle wisselingen getuigden van ingespannen arbeid. Zij toverden als het ware uit hun bewegingen vierkanten, kringen, lange rijen die ineen smolten tot figuren, in een fraai rhythme. Kunstig gedacht, deze oefenstof en even kunstig op het grasveld uitgevoerd’ (De Waarheid van 3 juni 1952);
  • Over de bijdrage aan de ontwikkeling van het damesturnen en ‘de verheffing van de Nederlandse vrouw’ : zie de illustratie hiernaast. Het betreft een van de Sportkiekjes van ZAMORA verschenen in Het Vrije Volk van 3-3-1954 bij het 50-jarig bestaan van Aspasia in 1954. ZAMORA (ontleend aan de toen wereldberoemde Catalaans-Spaanse doelman RicardZamora) was een pseudoniem voor Jen Vlietstra, sportredacteur bij Het Vrije Volk.
  • En ter gelegenheid van het 100 jarig bestaan van het KNGV in 1968: … Met de invoering van de ritmische gymnastiek in de jaren dertig verschijnt een nieuw type turnsters: gracieus en atletisch tegelijk. Zwevende kracht. Het Rotterdamse Aspasia met haar kampioene en leidster mej. Leijerweert gaat met hoepels en knotsen vooraan. Mevrouw Van der Most-Leijerweert wordt een begrip, ook buiten de grenzen. Te Berlijn zouden de Nederlandse dames in 1936 ondanks toegenomen concurrentie een goede kans hebben gemaakt op weer een Olympische medaille. Maar het KNGV wenst zijn Joodse leden niet bloot te stellen aan vernederingen in nazi-Duitsland (De Waarheid / Leeuwarder Courant van 9-3-1968).
Dank voor Jeanne van der Most tijdens de 2e Lingiade (Stockholm 1949).

Bloemenhulde voor Jeanne (1949)

Het Vrije Volk (3-3-1954).

Het Vrije Volk (3-3-1954)

Utrechts nieuwsblad (5-1-1948).

Utrechts nieuwsblad (5-1-1948)

Arnhemsche courant (18-5-1948) over Mooi Holland.

Over ‘Mooi Holland’ (1948)